Achtergrond afbeelding van a naar beter
AI Diploma - AI beveiliging

Wat is een AI-diploma?

Inhoudsopgave

Een AI-diploma is een intern bewijsstuk dat bevestigt dat medewerkers over de noodzakelijke kennis en vaardigheden beschikken om veilig, effectief en verantwoord met Kunstmatige Intelligentie te werken. Het omvat de basisconcepten van AI (zoals machine learning, deep learning en prompt engineering), het herkennen van risico’s, bias en hallucinaties, en het toepassen van AI-systemen zoals ChatGPT, Copilot en Gemini binnen de werkprocessen van de organisatie.

Daarnaast sluit het AI-diploma aan op moderne governance- en compliancekaders, zoals de ISO/IEC 42001 en de vereisten uit de EU AI Act. Het helpt organisaties om aantoonbaar te maken dat medewerkers zorgvuldig en deskundig omgaan met AI – richting directie, HR, auditors en toezichthouders.

AI-diploma voor organisaties: kaders, compliance en competentiemeting

Organisaties zetten AI steeds breder in. In klantprocessen, in beleid, in zorg- en onderwijssituaties, in besluitvorming. Daarmee verschuift de vraag van “mogen we dit?” naar “weten onze mensen wat ze doen en kunnen we dat aantonen?”.

Een intern AI-diploma of AI-certificering geeft antwoord op die vraag. Niet als marketingsticker, maar als concrete norm: dit is het minimale niveau waarop medewerkers met AI mogen werken – en zo tonen we dat aan richting directie, HR, audits en toezichthouders.

Op deze pagina lees je hoe je zo’n intern AI-diploma vormgeeft: welke kaders je nodig hebt, welke competenties je meet en hoe dit helpt bij compliance en risicobeheersing.

Waarom een intern AI-diploma?

Er zijn grofweg vier aanleidingen om een intern AI-diploma in te richten:

  • Risico’s en aansprakelijkheid
    Medewerkers gebruiken AI-systemen voor teksten, cijfers, leerling- of cliëntinformatie. Fouten, datalekken of vooroordelen in de output kunnen juridische en reputatieschade opleveren. Een intern diploma laat zien dat je hier als organisatie niet “blind” aan begint, maar medewerkers gericht opleidt en toetst.

  • Audits en kwaliteitssystemen
    Bij ISO-, NEN- of interne audits komt de vraag: hoe borgen jullie kennis en vaardigheden rond AI? Een intern AI-diploma maakt dit concreet: je kunt aantonen wie op welk niveau is gecertificeerd en hoe vaak je dat herhaalt.

  • AI Act en governance
    Europese regelgeving en interne AI-beleidslijnen leggen nadruk op menselijk toezicht, zorgvuldige dataverwerking en transparant gebruik van AI. Daar hoort aantoonbare deskundigheid bij. Een intern diploma maakt onderdeel uit van je bredere AI-governance: beleid, processen én mensen.

  • Eenduidigheid in de organisatie
    Zonder norm blijft AI vaak “iets van enthousiastelingen”. Met een intern AI-diploma spreek je één taal: dit verstaan wij onder AI-geletterdheid, dit verwachten we per rol, zo meten we dat.

Wat een intern AI-diploma wél en níet is

Belangrijk is om scherp te zijn over de positie van een intern AI-diploma.

Wél:

  • Een interne norm voor AI-vaardigheden per rol of functiegroep.
  • Een bewijsstuk richting directie, HR, OR, auditors en toezichthouders.
  • Een uitkomst van training en toetsing – niet alleen een pdf, maar het einde van een leerpad.
  • Een stuurinstrument: waar zitten risico’s, waar moeten we bijscholen, waar lopen we voor?

Niet:

  • Geen wettelijk erkend diploma zoals een MBO-, HBO- of WO-diploma.
  • Geen garantie dat er nooit iets misgaat; het verkleint risico’s, maar neemt ze niet volledig weg.
  • Geen eenmalig project; een intern diploma vraagt onderhoud, hercertificering en actualisatie.

Zo voorkom je verkeerde verwachtingen. Intern leg je vast: dit is een organisatie-eigen certificering, passend bij ons risicoprofiel, onze processen en ons AI-beleid.

AI-kaders vastleggen: rollen, verantwoordelijkheden en hercertificering

Een intern AI-diploma begint niet bij de toets, maar bij de kaders. Drie vragen zijn hierbij essentieel:


  1. Welke rollen werken met AI, en op welk risiconiveau?
    Denk aan: management, beleidsmedewerkers, zorg- of onderwijsprofessionals, HR, finance, IT, klantcontact. Niet iedereen hoeft hetzelfde niveau; hoe hoger de impact en het risico, hoe hoger de norm.

  2. Welke minimale competenties horen bij die rollen?
    Per rol leg je vast wat “voldoende bekwaam” betekent. Bijvoorbeeld: een teamleider moet AI-output kunnen beoordelen en risico’s herkennen; een medewerker moet veilig kunnen prompten en geen vertrouwelijke gegevens delen.

  3. Hoe vaak hercertificeer je?
    AI ontwikkelt snel. Een diploma zonder einddatum past daar niet bij. Kies daarom een duidelijke termijn (bijvoorbeeld 2 jaar) en koppel hercertificering aan vernieuwde training of microlearning.

In beleid leg je vast:

  • rollen en risicoklassen;
  • minimale competenties per rol;
  • toetsvorm(en) per rol;
  • geldigheid en hercertificering;
  • verantwoordelijkheden van HR, L&D, leidinggevenden en medewerkers.

Welke AI-competenties wil je meten?

Een intern AI-diploma draait om meer dan “kun je met een tool werken?”. Je wilt meten of iemand veilig, effectief en verantwoord met AI omgaat. Vier competentiedomeinen vormen daarbij een logisch kader:


  1. Kennis
    • Begrijpt de medewerker in grote lijnen hoe AI-modellen werken?
    • Kent men de beperkingen (hallucinaties, bias, afhankelijkheid van input)?
    • Weet men welke AI-oplossingen in de organisatie zijn toegestaan?

  2. Toepassing in het werk
    • Kan iemand AI gebruiken voor concrete taken binnen zijn of haar functie?
    • Worden prompts en workflows zo ingericht dat ze tijd en kwaliteit opleveren?
    • Kan de medewerker AI-output beoordelen en waar nodig verbeteren of corrigeren?

  3. Risico en compliance
    • Weet men welke gegevens wél en níet ingevoerd mogen worden (AVG, beroepsgeheim)?
    • Herkent de medewerker situaties waarin AI gebruik onwenselijk of risicovol is?
    • Worden logging, dossiervorming en documentatie rond AI-gebruik correct toegepast?

  4. Ethiek en houding
    • Snapt de medewerker de impact van AI op cliënten, leerlingen, klanten en collega’s?
    • Durft men “nee” te zeggen tegen ongewenst of onveilig gebruik van AI?
    • Is er een kritische, maar open houding: niet klakkeloos vertrouwen, niet reflexmatig afwijzen?

Per domein kun je werken met niveaus (bijvoorbeeld 0–3 of basis / gevorderd / expert) en heldere gedragsvoorbeelden. Zo wordt het diploma meer dan een score; het wordt een taal waarmee je over AI-vaardigheden praat.

Hoe helpt een intern AI-diploma bij audits, risico’s en HR?

Een goed ingericht intern AI-diploma levert drie soorten bewijs op:


  • Voor auditors en toezichthouders
    Je kunt laten zien:
    • welke rollen met AI werken;
    • welke competenties je daarvoor hebt gedefinieerd;
    • hoeveel procent van de medewerkers per rol gecertificeerd is;
    • hoe vaak je bijschoolt en hercertificeert.

  • Voor risicobeheersing en governance
    Door certificeringsdata te koppelen aan je risicoanalyse zie je waar kwetsbaarheden zitten. Teams met veel AI-gebruik maar lage dekking kun je gericht ondersteunen met extra training of begeleiding.

  • Voor HR, L&D en leidinggevenden
    AI-diploma’s koppel je aan HR-dossiers, functieprofielen en ontwikkelgesprekken. Het wordt onderdeel van het gesprek: wat kun je al met AI, waar wil je naartoe, welke training hoort daarbij?

Aansluiting op training: AI-diploma als bewijslaag

Een AI-diploma staat nooit op zichzelf. Het is de bewijslaag bovenop je leerinterventies:


  1. Training en e-learning als fundament
    Medewerkers volgen eerst incompany training, praktijkworkshops of e-learningmodules rond AI in hun werk. Daar leren ze de tools kennen, oefenen ze met eigen casussen en bespreken ze risico’s.

  2. Toetsing en certificering
    Na de leerfase volgt een passende toets: korte kennistoets, praktijkopdracht, portfolio of combinatie. Slaag je, dan ontvang je het interne AI-diploma op het niveau dat bij jouw rol hoort.

  3. Borging en hercertificering
    Via verdiepingstraining, nieuwe modules en hercertificering hou je kennis en vaardigheden actueel. Zo sluit je aan bij de snelheid van AI-ontwikkelingen, zonder de organisatie elk jaar “opnieuw” op te leiden.

Met deze opzet maak je van AI geen los experiment, maar een geborgd onderdeel van je organisatie: met duidelijke kaders, meetbare competenties en aantoonbare compliance.